Gouden jubileum hoedenmakerij L'Hiver

24 februari 2016

Hoedenmakerij L'Hiver uit Uden bestaat deze maand vijftig jaar. Boy de Winter (67) was sinds de opening de eigenaar, maar inmiddels heeft zijn zoon de zaak overgenomen. Toch blijft Boy, als het aan hem ligt, nog jarenlang werkzaam in de werkplaats.

Als 17-jarig jochie ging Boy samen met zijn moeder naar de Kamer van Koophandel waar L'Hiver het levenslicht zag. "L'Hiver is de Franse naam voor winter, onze familienaam, en aangezien dit beroep is ontstaan in Frankrijk besloot ik er deze naam aan te geven. We zeggen wel eens L'Hiver wel of L'Hiver niet", grapt Boy.

Van boerenpummel naar chique mijnheer
De hoed is de afgelopen jaren langzaam maar zeker uit het straatbeeld verdwenen, maar dat is ook niet de doelgroep van L'Hiver. "Wij maken hoeden voor speciale gelegenheden zoals begrafenissen, bruiloften en de laatste jaren heel veel voor de ruitersport. Ook het hoedje dat Anky van Grunsven droeg op de Olympische Spelen hebben wij gemaakt", aldus De Winter.

Hoe ontstond de liefde voor de hoeden? De Winter legt uit. "Bij mij thuis verhuurden ze kleding voor officiële gelegenheden als bruiloften en begrafenissen en als er dan een man een pak kwam huren, veranderde hij van een boerenpummel in een chique meneer op het moment dat hij de hoed opzette. Vanaf toen wist ik dat ik later met hoeden wilde werken." 

Antieke apparatuur
Alle hoeden worden van begin tot eind met de hand gemaakt met apparatuur die stamt uit de 19e eeuw. "De apparaten die wij gebruiken om het hoofd van iemand op te meten komen uit 1840. Echt een ambachtelijke werkplaats dus", vertelt De Winter met trots.